20e eeuw / Groot Leichel orgel

Groot Leichel-orgel

Door de krachtige medewerking van ds. Dijkstra was de kerkvoogdij in 1902 in staat een nieuw kerkorgel aan te schaffen. Om de samenzang van de 2000 kerkgangers te kunnen begeleiden moest het nieuwe orgel aanzienlijk groter worden dan het Meere-orgel.

De firma F. Leichel en Zoon te Lochem, kreeg de opdracht voor een orgel van 30 stemmen, met twee klavieren en een vrij pedaal (afb. 21).

Afbeelding 20: Het Leichel-orgel in de Grote Kerk

 

Op zondag 22 maart 1903 werd het in gebruik genomen. Voorganger was de naar Weesp vertrokken oud-predikant ds. Dijkstra. Hij preekte over 1 Kronieken 16: 4b.

Dispositie Leichel-orgel:

Klavier I:

 

Klavier II:

 

Pedaal:

 

 

 

(in zwelkast)

 

 

 

Bourdon

16 v

Gamba

16 v

Prestant

16 v

Prestant

8 v

Vioolprestant

8 v

Subbas

16 v

Open fluit

8 v

Lieflijk Gedekt

8 v

Octaafbas

8 v

Cello

8 v

Viola di Gamba

8 v

Fluitbas

8 v

Dolce

8 v

Aeoline

8 v

Cello

8 v

Octaaf

4 v

Voix Celeste

8 v

Bazuin (doorslaand)

16 v

Roerfluit

4 v

Fugara

4 v

Trompet (doorslaand)

8 v

Quint

2 2/3 v

Flûte Harmonique

4 v

 

 

Octaaf

2 v

Harmonia Aetherea

II-III sterk

2 2/3 v

 

 

Cornet V sterk

8 v

Clarinet (doorslaand

8 v

 

 

Mixtuur IV sterk

2 2/3 v

- tremulant

 

 

 

Fagot (doorslaand)

16 v

 

 

 

 

Trompet

8 v

 

 

 

 

- koppelingen

 

 

 

 

 

- octaafkoppeling

 

 

 

 

 

Het orgel kreeg een pneumatische tractuur, de overbrenging van de speeltafel naar de pijpen, door middel van met lucht gevulde loden 'slangen'. De uitvoering daarvan was niet gelukkig. Het orgel was een product van zijn tijd waarin de kwaliteit van de orgelbouw niet hoog was. Door de grote zijbeuk was de kerk akoestisch ook niet best.

Jarenlang heeft de slechtziende organist Groothengel hier gespeeld. Het verhaal gaat, dat de kerkvoogden op een knopje konden drukken om de organist te melden, dat hij zijn spel kon beëindigen. Kerkvoogd Seppen had de gewoonte om ook op het knopje te drukken als hij vond, dat een voorspel te lang duurde. Dat werd hem door organist Groothengel hoogst kwalijk genomen.