16e eeuw: brand en Reformatie
De branden van 1505 en 1585
De eerste brand ontstond tijdens een strijd tussen Holland en Gelre. Hertog Karel van Egmond koos partij voor Gelre. In 1505 deed hij een inval in Gooiland en verbrandde hij het dorp Hilversum. De inwoners waren met hun goederen gevlucht. De hertog kreeg zodoende geen grote buit. In 1585 plunderde ene Tassis Hilversum en stak veel huizen in brand.
De Reformatie
De Reformatie was een gebeurtenis van universele betekenis en was indirect de oorzaak van het ontstaan van de Nederlandse staat. Deze kerkscheuring had ook voor Hilversum gevolgen. Op 20 december 1581 werd de rooms-katholieke godsdienst door een decreet van Willem van Oranje verboden. De Sint-Vituskerk aan de Kerkbrink werd voor f75,--, zo wil de overlevering, overgenomen door de hervormden. De rooms-katholieken waren vanaf dat moment aangewezen op schuilkerkjes waar zij hun godsdienstoefeningen in het geheim konden houden. De priesters gingen in de regel als reizend koopman of als boer verkleed rond om hun pastoraal werk te verrichten. Maar altijd was er het gevaar van ontdekking of verraad. De kerk aan de Kerkbrink onderging een kleine metamorfose. Een oud Maria-beeld, afkomstig uit deze kerk, bevindt zich nog in de Oud-Katholieke Kerk aan het Melkpad.
De hervormden, waarvan er toen ongeveer 1700 waren, waaronder 600 lidmaten, vormden een gemeente in de classis Amsterdam en behoorden tot de ring Naarden. Tot het jaar 1603 behoorde de hervormde gemeente tot die van Laren. De eerste predikant, die beide dorpen bediende, was Stephanus Nicolai. Hij was omstreeks 1584 naar Hilversum gekomen en vertrok in 1595 naar Oldeholtpade in Friesland.